In de Middeleeuwen eb en vloed bij Knollendam
Een beeld van het leven in de middeleeuwen. Er bestonden drie bevolkingsgroepen; t.w. adel, geestelijkheid en de derde stand, waaruit later de gilden ontstonden. Er heerste een schrijnende tegenstelling tussen arm en rijk. Terechtstellingen, processies en intochten waren de enige vermaaksvormen binnen de ommuurde steden. Het platte land werd onveilig gemaakt door rondtrekkende bendes. Het symbolisme, waarbij aan alle gebeurtenissen een bepaalde betekenis werd toegekend, vierde hoogtij. In deze sfeer leefden toen ook de toenmalige bewoners van de Zaanstreek.
"Overstromingen"
De Zaan splitste zich bij Rodenburg van de Rijn af en mondde bij Petten uit in zee. Eb en vloed waren merkbaar tot in Knollendam. Overstromingsrampen kwamen geregeld voor. Als gevolg daarvan ontstonden grote meren als Schermer, Wormer en IJe. Bij de grote springvloed in 1173 ontstond de Zuiderzee.
In het toenmalige Kennemerland waren vele woonkernen. Een der voornaamste dorpen was het huidige Akersloot. Het woord Aker, dat eikel betekent, wijst erop, dat deze plaats in een bosrijke omgeving lag waarin veel eikenbomen groeiden. Castricum was oorspronkelijk Castorshuis, een plaats waar de god Castor werd vereerd.
Het dorp Saenden lag in die tijd ten westen van het huidige Westzaan, ongeveer tussen IJmond, Assendelft en Krommenie.
In 1155 verwoesten de Westfriezen dit dorp. Oostelijk daarvan stichtte men drie nieuwe dorpen, West-Saenden, Saenden en Oost-Saenden.
In 1396 werd bij Saenden een dam in de Zaan gebouwd.
De naam Saenredam ontstaat.
Saendendijck ontstaat in 1494, wanneer vijf broers uit West-Saenden toestemming krijgen huizen te zetten aan de lage dijk langs de Zaan.
"Gevechten met de Westfriezen"
Gedurende de gehele Middeleeuwen waarden vele oorlogen over het land. De heren van Kennemerland leverden vele gevechten met de Westfriezen. De laatste hadden een belangrijk bolwerk in de stad Vronen. Deze stad werd reeds gesticht voor de geboorte van Christus.
Het was een belangrijke handelsplaats en zeehaven. Hij werd verschillende malen verwoest. Na omstreeks 1300 opnieuw zwaar verwoest te zijn, bouwde men de stad niet meer op.
Na de val van Vronen brak een tijd aan van betrekkelijke rust. De zeearm bij Petten werd gesloten. Plaatsen als Edam, Hoorn en Enkhuizen begonnen als gevolg van hun rechtstreekse verbinding met zee via de Zuiderzee aan belangrijkheid toe te nemen.
Dit gebeurt omstreeks het einde van de Middeleeuwen, aldus de heer P.N.J. Kluyver uit Haarlem tijdens een bijeenkomst van het Historisch gezelschap Dr. G.J. Boekenogen in restaurant Loggen te Zaandijk.
Bron: Zaanlander (?) rond 1960.